Monitoronderzoek naar weer zelfstandig wonen

De Impuls werkplaats van het Radboudumc volgde 72 mensen die vanuit de maatschappelijke opvang of beschermd wonen de stap maakten naar (begeleid) zelfstandig wonen. Corpovenista droeg vorig jaar als lid van de Impuls werkplaats bij aan dit onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gratis beschikbaar. 

Het onderzoek leverde drie publicaties op:

Hoewel de publicaties zich primair richten op instellingen en gemeenten, zijn de uitkomsten ook voor woningcorporaties relevant. Vooral voor medewerkers die direct contact hebben met huurders die de stap naar zelfstandig wonen maken of al gemaakt hebben. De onderzoeksuitkomsten bieden corporaties ook aanknopingspunten voor aanscherping en onderbouwing van beleid voor deze groep huurders.

De onderzoekers volgden deze 72 mensen door hen op verschillende momenten te interviewen, onder andere over hun huisvesting, verbondenheid met anderen, gezondheid en zorgbehoeften. Het onderzoek laat zien dat het de deelnemers op verschillende levensgebieden redelijk goed afgaat, zowel vlak na hun overstap naar zelfstandig wonen als één jaar later:

Op twee deelnemers na wonen ze na één jaar nog allemaal zelfstandig, bijna altijd in dezelfde woning en zijn ze tevreden over hun woonsituatie. Voor verschillende essentiële zaken, zoals eten, wonen en reizen, hebben ze voldoende geld. Ook over de invulling van hun vrije tijd en hun veiligheid laten zij zich positief uit.” – Impuls Werkplaats (2023). Rapportage Van een woonvoorziening naar zelfstandig wonen, p. 19.

Het gaat echter niet op alle gebieden goed. Veel deelnemers hebben problemen met financiën, een zinvolle dagbesteding en sociaal contact:

“Zo heeft 65% van de deelnemers na uitstroom schulden en één jaar later is deze situatie niet verbeterd. (…) Daarnaast heeft bijna de helft van de deelnemers geen vaste dagbesteding (…). Tweederde voelt zich matig tot heel ernstig eenzaam.” – Impuls Werkplaats (2023). Rapportage Van een woonvoorziening naar zelfstandig wonen, p. 19.

Op het vlak van wonen doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen, met name gericht op het overgangsmoment van de instelling naar de zelfstandige woning:

“Hoewel de deelnemers tevreden zijn over hun woonsituatie, hebben ze nog te vaak een onvervulde hulpvraag bij het behouden, opknappen en inrichten van hun woning. Het is cruciaal om in deze hulpbehoefte te voorzien om het risico op uitval te voorkomen.” – Impuls Werkplaats (2023). Rapportage Van een woonvoorziening naar zelfstandig wonen, p. 20.

Hoewel de woningcorporatie bij de bovenstaande passage in het rapport niet als betrokken partij wordt genoemd, zou de corporatie wel een ondersteunende rol kunnen vervullen. Bijvoorbeeld door maatwerk te bieden wanneer huurachterstand ontstaat. En door, bij signalen van terugval, tijdig organisaties in te schakelen die zorg en begeleiding kunnen bieden.