Druk op corporatiewoningen nog niet goed te voorspellen

Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op de toekomstige vraag naar corporatiewoningen, zijn (nog) niet goed zichtbaar in veelgebruikte modellen om die ontwikkelingen te voorspellen. Dit blijkt uit een verkenning van Corpovenista.

Corpovenista vroeg experts bij ABF, CBS, PBL, SCP, Binnenlandse Zaken en Springco hoe de omvang en ontwikkeling van de doelgroep van woningcorporaties in hun modellen wordt meegenomen. Veel corporaties ervaren namelijk een toenemende vraag, terwijl cijfers laten zien dat het aantal huishoudens dat in aanmerking komt voor een sociale huurwoning in de nabije toekomst zal dalen. Veelgebruikte databronnen om de doelgroep te voorspellen zijn de demografische en inkomensgegevens van het CBS, Primos en het woningmarktmodel van ABF (Socrates).

Armoede

Armoede is één van de ontwikkelingen die minder goed in de modellen wordt meegenomen. Sociale huurders met huurtoeslag profiteren in de toekomst waarschijnlijk niet of nauwelijks van het economisch herstel. ‘Er zal een gelijkblijvende of toenemende groep minima met armoedeproblematiek zijn’, aldus hoogleraar sociale demografie Jan Latten (zie het bericht “doorsnee vermogen groeit, behalve voor groeiend aantal huurders met huurtoeslag”)

Het gaat om een groeiende groep ‘onzekere werkenden’, mensen met flexibele contracten en een onzeker inkomen. Dit inkomen kan op bijstandsniveau of zelfs daaronder zijn.

Kijk regionaal

Een belangrijke oorzaak voor de onzichtbaarheid van sommige maatschappelijke ontwikkelingen in de modellen is het feit dat zij voornamelijk gebaseerd zijn op landelijke cijfers. Deze cijfers zijn echter minder bruikbaar om lokaal en regionaal woonbeleid op te baseren, daarvoor verschillen regionale woningmarkten te sterk van elkaar. Desondanks onderstrepen de bij de verkenning betrokken experts het belang van regionale en lokale cijfers. ABF bekijkt daarom de mogelijkheden om meer differentiatie per regio in haar modellen aan te brengen.

Uitstroom van ouderen

Of de vraag naar corporatiewoningen in de toekomst verder zal toenemen, is onzeker. Een belangrijke ontwikkeling die vanuit de verkenning zichtbaar werd, maar bij veel mensen nog niet op het netvlies staat, is de enorme omvang van het aantal koopwoningen dat in de komende 25 jaar zal vrijkomen. De voorspelling is dat 80 procent van de koopwoningen, nu veelal bezet door babyboomers, vrijkomt door overlijden of verhuizing. Martijn Eskinasi (inmiddels werkzaam bij Binnenlandse Zaken) licht toe: “De jaarlijkse uitstroom van de woningmarkt groeit van 90.000 naar maar liefst 120.000 huishoudens. Nu is de uitstroom verdeeld naar 60% huur en 40% koop. Dit kantelt naar 45% huur en 55% koop”. Onduidelijk is nog of en welke invloed deze ontwikkeling zal hebben op de vraag naar corporatiewoningen.

Corpovenista beraadt zich nu op vervolgonderzoek. Naast de vergrijzing en het effect dat dit heeft op het aantal koopwoningen dat vrijkomt, zijn andere interessante thema’s die vanuit de verkenning naar voren kwamen: hoe kunnen ouderen verleid worden om te verhuizen? hoe ziet de groep armen en onzekere werkenden eruit en hoe kunnen zij ondersteund worden om hun positie te verbeteren? En tot slot: hoe zijn de inzichten uit de verkenning meer regionaal of lokaal te maken zodat er handelingsperspectieven kunnen ontstaan?

Meer lezen

Janneke Welschen – De ontwikkeling van de doelgroep in kaart? Bevindingenverslag