Goed Voorbeeld: financiële transparantie bij prestatieafspraken

De herziene Woningwet 2015 verplicht woningcorporaties financiële informatie te overleggen om tot prestatieafspraken te komen. Eigen Haard en Vidomes hebben hier al ervaring mee.

Door Mariska van der Sluis

Met de herziene Woningwet 2015 streeft het kabinet naar een situatie waarin de werkzaamheden en investeringen van corporaties overal in Nederland zijn afgestemd op de woonvisies van gemeenten. De corporatie dient, op basis van de woonvisie van een gemeente, jaarlijks een ‘bod’ uit te brengen. Op basis van de woonvisie en het bod worden nu, in samenspraak met huurdersorganisaties, jaarlijks prestatieafspraken gemaakt. Het ‘bod’ van de woningcorporaties moet een financiële onderbouwing bevatten, waarin de investeringsruimte van de corporatie inzichtelijk wordt gemaakt.

Deze verplichte financiële transparantie is voor veel corporaties nieuw. Vidomes deed, net als de 14 andere corporaties verenigd in vereniging SVH (Sociale Verhuurders Haaglanden) vorig jaar al een financieel boekje open om tot nieuwe regionale prestatieafspraken te komen. Eigen Haard neemt sinds 2012 een financiële onderbouwing op bij de activiteitenplannen die ze richting gemeenten presenteert. De ervaringen van beide corporaties zijn positief.

De aanleiding voor Eigen Haard om al sinds 2012 een financiële  onderbouwing in haar activiteitenplannen op te nemen vormt de fusie met Woongroep Holland, waarmee het woningbezit van Eigen Haard in Amstelveen zich uitbreidde en Uithoorn als regiogemeente erbij kwam. ‘De vrees van de gemeenten Amstelveen en Uithoorn was dat Eigen Haard naar verhouding veel meer zou investeren in Amsterdam dan in de nieuwe regiogemeenten. Sindsdien nemen we in onze activiteitenplannen, die per gemeente worden gemaakt, een financiële onderbouwing op. Hierin geven we aan hoeveel we van plan zijn om te investeren en welk percentage dit van het totaal aan investeringen is. We investeren gemiddeld per woning evenveel in Amsterdam als in de regiogemeenten, en waar het afwijkt kunnen we dat uitleggen’, vertelt Wim Geurts. Geurts is bij Eigen Haard verantwoordelijk voor het maken van presentatieafspraken in Amstelveen. De ‘activiteitenplannen’, met daarin de financiële onderbouwing, vormen het ‘bod’ van Eigen Haard aan de desbetreffende gemeente.

Gefundeerde keuzes

Geurts vertelt dat financiële transparantie bij het maken van prestatieafspraken goed werkt. ‘Je kunt als corporatie heel goed uitleggen waarom je waar investeert. Je kunt een realistisch beeld schetsen wat wel en niet kan’, aldus Geurts. De toegenomen financiële transparantie heeft Eigen Haard intern ook geen windeieren gelegd. ‘Intern is het gesprek er echt op vooruit gegaan. We maken naar mijn idee nu toch betere afwegingen. We weten wat onze woningmarkt is, we zijn bekend met de woonvisie van de gemeenten, je maakt beter gefundeerde keuzes.’

De 15 corporaties verenigd in Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) hebben vorig jaar gezamenlijk een financieel boekje open gedaan om aan de negen gemeenten waarmee regionale prestatieafspraken zijn gemaakt te laten zien hoe ze er financieel voor staan. ‘We hadden bij de start van het overleg Ortec gevraagd om inzichtelijk te maken hoe elke corporatie er financieel voor stond. Dit is aan gemeenten gepresenteerd alsof het om één corporatie ging’, vertelt Maarten Vos van Vidomes.

Spannend

Sommige bestuurders vonden het op tafel leggen van hun financiële gegevens nog wel spannend, zo vertelt hij. ‘Ik denk dat de vrees bestond dat gemeenten, als ze zagen dat er wat financiële ruimte was, wilden bepalen waar corporaties hun geld aan moeten geven. Maar mijn ervaring is juist dat gemeenten een veel beter beeld krijgen van de financiële huishouding van corporaties, met welke kosten een corporatie rekening moet houden.’

Die ervaring werd onlangs nog bevestigd toen hij de financiële cijfers van Vidomes aan Delftse raadsleden presenteerde. ‘Het was een soort college over corporatiebedrijfsvoering. De reacties waren na afloop erg positief, voor sommigen was het echt een eyeopener. Toen ik in Delft kwam werken bestond er hier in de regio veel wantrouwen richting corporaties. Door open te zijn, ook op het gebied van financiën, kun je ervoor zorgen dat je met gemeenten en huurders aan dezelfde kant van de tafel komt te staan. Je kunt als corporatie laten zien dat je niet alles kunt doen. En daar is dan ook begrip voor. Wel kun je samen naar de maatschappelijke opgave en de beschikbare middelen  kijken.’