Strategisch adviseurs van dertien corporaties maken deel uit van de stuurgroep van Corpovenista. In een interviewreeks laten wij hen aan het woord. Aflevering vier: Maarten Vos – manager Strategie en Innovatie bij Vidomes in Delft en de voorzitter van Corpovenista – over het belang van Corpovenista, doorvragen, en de toekomst.
Door Silvester de Ruig
Waar een studie natuur- of wiskunde voor de hand lag voor bèta Maarten Vos, koos hij begin jaren negentig voor Bouwkunde aan de TU in Delft: ‘Ik zag mezelf niet in een universiteitsgebouw werken en allerlei onderzoek doen, ver van de wereld.’
Mede ingegeven door het sterk maatschappelijk betrokken ‘nest’ waar hij uit komt, zijn vader was psycholoog, zijn moeder maatschappelijk werkster, koos Vos enkele jaren na zijn afstuderen voor de Volkshuisvesting: ‘Ik wilde iets betekenen voor de samenleving, concreet, weten voor wie ik het deed. En nog steeds.’
Met zijn sterk analytische inslag is Vos er altijd op uit de mechanismen binnen de corporatiewereld te doorgronden, bloot te leggen waar het écht over gaat, zodat het systeem de bedoeling niet overschaduwt. ‘Ik vraag regelmatig door en ga daarbij de confrontatie niet uit de weg. Iets wat mijn medestrategen bij Corpovenista vast herkennen,’ lacht Vos. ‘Ik weet dat ik af en toe irritant kan zijn,’ vervolgt hij, ’maar het gaat mij om de inhoud, niet om mij of de corporatie waar ik voor werk – het maatschappelijk resultaat telt.’
Carrière en strategie-implementatie
Vos begon zijn volkshuisvestelijke carrière bij de Rotterdamse corporatie Woonbron, eerst als vestigingsmanager VVE-beheer, daarna zeven jaar als Adviseur Innovatie en Strategie. Vanuit die laatste functie bedacht en ontwikkelde hij onder andere de vernieuwende exploitatie-concepten Te Woon en Koopgarant. Toen de innovaties eenmaal waren neergezet, was het voor Vos ‘het natuurlijke moment’ om bij Woonbron op te stappen. Vos ging een half jaar op reis met zijn gezin – vrouw, twee zonen, en een dochter – om daarna als zelfstandig adviseur voor de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV), aan de slag te gaan. ‘Ik adviseerde en begeleidde Huur op Maat. Maar al betrof het hier uitdagend en vernieuwend werk bij een club met landelijke impact, ik miste de betrokkenheid met de werkvloer. Bij de SEV opereer je toch vanaf de zijlijn. Ik kwam erachter dat ik het stuur liever zelf in handen heb en geniet van het met de werkvloer uitvoerbaar maken van de vernieuwingen.’
Sinds 2009 zit Vos bij Vidomes op zijn plek: als Manager Strategie en Innovatie doet hij waar hij goed in is en waar hij in gelooft. Staat als strateeg midden in de organisatie, steeds in contact met de doelgroep en de werkvloer.
Eyeopener
‘Een eyeopener tijdens de inspiratiesessie over strategie-implementatie was voor mij het inzicht om een strategie met een paar mensen te ontwikkelen. Pas bij de uitvoering betrek je de gehele organisatie. Tijdens de inspiratiesessie over strategie implementatie tipte Jeroen de Flander om ná het opstellen van je strategie met de hele werkvloer in gesprek te gaan. Vooraf hoef je eigenlijk alleen gericht een aantal mensen te interviewen, daar kun je prima je strategie op bepalen. Wil je strategie slagen, gaat het om de implementatie naar de werkvloer. Daar worden dagelijks de kleine beslissingen genomen die maken dat je strategie slaagt of faalt. Dat was een eyeopener die me enorm aansprak. Bij Vidomes heerste de cultuur om, uit een soort van gelijkheidsbeginsel, iedereen meteen bij de strategie te betrekken. Niet verkeerd, maar het gaat in die fase nog alle kanten op. Nu gaan we in gesprek met alle functiegroepen, om hun dagelijkse dilemma’s te bespreken en hen handelingskaders te geven en zo “het verschil” (de titel van onze nieuwe visie) te kunnen maken. Een hele uitdaging, want we zijn zo gewend om voor iedereen de zelfde regeltjes toe te passen.
De toekomst van sociaal wonen
Wat betreft de toekomst is Vos vooral benieuwd hoe de doelgroep van de corporatie zich ontwikkelt. Want ondanks het economische herstel, denkt hij dat de huidige modellen de impact van de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de robotisering onderschatten. Vos verkent momenteel dan ook de mogelijkheden om rond dit thema een onderzoek te organiseren. Om zo meer inzicht te krijgen op verschillende scenario’s waar we rekening mee moeten houden. ‘Sowieso is dat mijns inziens de grote uitdaging waar corporaties voor staan: wendbaarder worden. Zowel in het bijstellen van je strategie, als in je organisatie. Een tweede grote uitdaging is slim samenwerken en effectief beïnvloeden. Straks per buurt van het gas af gaan, dwingt ons onze solitaire verduurzamingsaanpak los te laten en met betrokken partijen tot één plan te komen. De toename van kwetsbare huurders door de extramuralisering , vraagt om een stevige regie op het sociaal domein. Dat moeten we afdwingen bij de gemeenten. De oplopende wachttijden in grote delen van het land vragen om een overtuigend verhaal richting politiek dat de sociale woningvoorraad weer moet groeien.
Corpovenista
Corpovenista is voor Vos een plek waar hij en zijn mede-strategen even uit hun dagelijkse ‘bubble’ kunnen stappen en los van politiek en belangenbehartiging op zoek kunnen gaan naar de antwoorden voor corporaties op de maatschappelijke opgaven van morgen. ‘We delen kennis en ervaring, waardoor het wiel niet steeds opnieuw hoeft uitgevonden te worden: je verdient de tijd die je erin investeert dan ook dubbel en dwars terug. Vroeger was Corpovenista vooral een onderzoeksfabriek. Nu zijn we meer gericht op het succesvol strategie bepalen en uitvoeren. Maar nog steeds is er ruimte om fundamenteel onderzoek te doen, zoals het onderzoek naar de Dynamiek van corporatie-huurders. Onderzoek dat je als individuele corporatie niet snel laat uitvoeren, maar met zijn 13en kan het wel. Het gaat bij Corpovenista over de inhoud en wat ons bindt is onze focus op het maatschappelijk resultaat.’
Vos ziet het als voorzitter dan ook als zijn taak om het niveau van de inspiratiesessies op peil te houden en zo de drukke strategen aan het platform te blijven binden. “Elkaar scherp houden op de inhoud, verdiepende vragen stellen en waar nodig laten onderzoeken hoe het werkt, wat effect heeft. Zo worden we betere strategen en kunnen we meer betekenen voor de samenleving”.