Wat kunnen corporaties doen om hun huurders de woonruimte te bieden die past bij hun levensfase? Deze vraag stond centraal tijdens een Corpovenista werkbijeenkomst op 2 maart. We verzamelden verschillende oplossingsrichtingen op het vlak van woonruimteverdeling en portefeuillesturing.
Een life event, zoals het vinden van een geliefde, de komst van een kind, of een relatiebreuk, kan aanleiding geven tot een verhuizing. Maar lukt dat in de huidige tijd nog? Of moet je tegenwoordig wachten met je life event, totdat je een passende woning hebt gevonden?
Met zo’n 20 corporatiestrategen kwamen we tot mogelijke acties voor corporaties om huurders, ondanks het tekort aan woningen, te faciliteren met een woning die past bij de groei en krimp van hun huishouden. We baseerden ons hierbij op de uitkomsten van het onderzoek ‘De sociale huurwoning biedt niet altijd ruimte voor groei’ dat Rigo deed in opdracht van Corpovenista.
We bespraken een aantal nieuwe en reeds bekende instrumenten op het vlak van woonruimteverdeling waarmee corporaties hun huurders de ruimte kunnen bieden die ze op dat moment nodig hebben:
- de introductie van een ‘ooievaarsclausule’, waarbij mensen die een kind verwachten of een serieuze kinderwens hebben, voorrang krijgen op een ruimere woning;
- huren op maat; de hoogte van de huur wordt gebaseerd op de hoogte van het inkomen en niet op de omvang van de woning;
- een ‘haastrij’ voor mensen die na een relatiebreuk geen woonruimte kunnen vinden. De haastrij zit tussen de wachtrij op basis van inschrijftijd en de wachtrij van mensen met urgentie in. Vanuit de haastrij krijgen mensen een snelle maar suboptimale oplossing aangeboden. Met behoudt van inschrijfduur, zodat de huurder op termijn zelf een passende woning kan vinden;
- de inzet van doorstroommakelaars die aantrekkelijke instrumenten tot hun beschikking hebben om ouderen te verleiden tot verhuizen. Zodat ruime woningen vrijkomen voor jonge gezinnen. Die instrumenten zijn bijvoorbeeld woonlastengewenning, voorrang, verhuisbegeleiding en een verhuispremie.
Naast woonruimteverdeling kun je de samenstelling van je woningportefeuille aanpassen om huurders ruimte geven voor hun levensloop. De volgende oplossingsrichtingen kwamen aan bod:
- een flexibel ‘Barbapapahuis’; een gebouw dat bestaat uit vele kamers waarbij je de woningen groter of kleiner maakt al naar gelang de behoefte van de huurder (zie onderstaande video);
- het aanbieden van sociale koopwoningen met een voorrangsregeling voor huurders die willen samenwonen, die beiden een sociale huurwoning achterlaten, maar samen net te veel verdienen;
- de suboptimale oplossingen die genoemd zijn bij de haastrij, kunnen de vorm krijgen van een ‘heartbreak hotel’ in een oud kantoorpand, woningdelen of een gescheiden mannenhuis. Een aandachtspunt is de mogelijkheid om eventuele kinderen te kunnen ontvangen;
- aantrekkelijke woonvormen voor ouderen, zoals een goede driekamerwoning met een ontmoetingsruimte en een gezamenlijke tuin. Ook het geschikt maken van recreatiewoningen voor permanent verblijf kan hier uitkomst bieden.
Aan het eind van de middag kwamen we tot de slotsom dat de driekamerwoning met twee ruime slaapkamers steeds terugkomt als passend voor verschillende levensfases. Een driekamerwoning kun je gebruiken voor woningdelen, er kan een gezin met één of eventueel twee kinderen in, een alleenstaande bewoner kan een kamer verhuren aan een student. De driekamerwoning is financieel niet het meest aantrekkelijke product om te ontwikkelen. Toch pleiten we gezien de brede inzetbaarheid voor meer driekamerwoningen, en dat mag best iets extra’s kosten!
Een uitgebreidere impressie van de bijeenkomst kun je hieronder inzien en downloaden.