Tijdens de eerste inspiratiesessie van Corpovenista op donderdag 9 februari in Rotterdam West hield Prof. Dr. Talja Blokland van de Humboldt-Universität te Berlijn de presentatie ‘Tegen stoten kunnen – of hoe gaan we om met kwetsbaarheid in een neoliberale stad?’
Door Silvester de Ruig
Blokland, van origine Nederlandse maar acht jaar geleden geëmigreerd naar Berlijn, is stadssocioloog. In haar essay ‘ontmoeten doet ertoe’ (2008) schrijft ze al over het belang van gemeenschapszin. Gemeenschap is volgens haar cultuur, en dus te leren, en berust niet per se op hoelang iemand ergens woont. Ook is gemeenschap niet per se homogeen: ‘Dat is maar aangeleerd.’
Goede wil burger
Al in 2006 verklaarde Blokland de buurtbarbecue failliet. ‘Het gaat allemaal te veel uit van de goede wil van de burger. Veel tweeverdieners hebben helemaal geen tijd voor (of zin in) een barbecue met de buren. We dachten dat er tijdens dit soort evenementen waardevolle contacten ontstonden, maar uit onderzoek blijkt dit niet zo te zijn. Er moet voor beide partijen iets te ‘halen’ zijn.’
Ze verlaat hiermee gangbare theorieën over categorieën en netwerken. En ook met klassieke indelingen in sterke bindingen (familie, buren) en zwakke bindingen (sportschool, Facebook) heeft ze weinig. ‘Dat soort definities zijn veel te beperkt en te normatief. Als je iets wilt met gemeenschapszin, dan moet je opgeven wat die relatie zou moeten zijn.’
Publieke familiariteit
Blokland spreekt dan ook liever over ‘Publieke familiariteit’. Een term die zij zelf introduceerde en die uit twee dimensies bestaat:
- Korte ontmoetingen met anderen, die zich herhalen, maar waarbij je elkaar niet heel goed leert kennen.
- Plekken die dit (het erbij horen) mogelijk maken.
Het gaat hierbij ook, maar niet alleen om de buurman met de hond; of de vrouw die je iedere dag bij de bushalte ziet (vluchtig contact, maar een bekend gezicht). Overdracht van sociaal kapitaal (de een helpt de ander verder) kan volgens Blokland vooral ontstaan met mensen en op plekken waar je vaker komt en waar je elkaar vaker treft. ‘Dan ontstaat er een setting waarin mensen op min of meer toevallige wijze iets over de ander te weten komen. Zoek je een gitaarleraar voor je zoon? De vader van voetbalvriend Jan die elke zondag met jou langs de lijn staat, kan er je wel één aanbevelen. Wetenschapper Robert D. Putnam noemt dit proces, waarin overdracht van social kapitaal mogelijk wordt,‘casually learning – een term uit Bowling Alone (2000): ‘he casually learned that his bowling mate needed a kidney’.
Blokland noemt ook De Leeszaal in Rotterdam West, waar Corpovenista eerder die dag te gast was, zo’n plek: ‘Dat is een prachtig voorbeeld, een informele plek die voor iedereen toegankelijk is en waar mensen elkaar vaker kunnen ontmoeten. Gemeenschap is dan meer gebaseerd op fluïde contacten, dan op bijvoorbeeld een zoon of dochter in de buurt: want wat maakt het uit of je in de Leeszaal met Jan, Amina, Ali of Truus praat?
De rol van de corporatie
Blokland ziet de rol van de corporatie in een individualiserende en verstedelijkende wereld vooral als faciliterend. ‘Corporaties kunnen helpen ervoor te zorgen dat publieke familiariteit een karakteristiek van de sociale structuur van de stad wordt. Want waar de staat verdwenen is, ontstaat niet vanzelf de civil society van voor de verzorgingsstaat. ‘Dat wordt vaak gezegd. Dat als de staat zich terugtrekt er weer eenzelfde structuur overblijft als in de jaren dertig. Maar de samenleving is totaal veranderd. Als je iets weghaalt blijft er niet automatisch een andere gemeenschap over. Eerst is er gewoon een gat. Het weefsel moet opnieuw worden opgebouwd om een ander soort gemeenschap te doen ontstaan. Ofwel, geef speelotheken, buurthuizen of leeszalen de ruimte, zodat ze ook kunnen ontstaan.’
Van Talja’s hand verschijnt in maart het boek ‘Urban Community als Practice’, over de waarde van vluchtig contact in lokale gemeenschappen.
Bekijk de presentatie ‘Tegen stoten kunnen’ van 16 februari 2017