In 2015 voerde woningcorporatie Havensteder samen met Thuismakers Collectief het pilotproject ‘Mijn HOMErusbuurt’ uit in Lombardijen te Rotterdam-Zuid. Doel was om het thuisgevoel in en rond de portiek te vergroten. De resultaten zijn zeer bemoedigend. Maar waarom is thuisgevoel zo belangrijk? En wat is het eigenlijk?
Door Silvester de Ruig
Het voor de pilot geselecteerde woonblok in de Menanderstraat bestaat uit vier portieken met ieder acht woningen. Een zogenaamd ‘Dura-Coignetgebouw’, vernoemd naar de Rotterdamse aannemer Dura die in de jaren vijftig vanuit Frankrijk het bouwsysteem Coignet in Nederland introduceerde. Deze woonblokken zijn in de naoorlogse jaren neergezet, toen er veel en dringend huisvesting nodig was. De Homerusbuurt telt er drieënzestig, in heel regio Rijnmond zijn er tienduizenden te vinden.
De Homerusbuurt bestaat voor de helft uit autochtone vijftigplussers, die er al jaren, soms decennia, wonen. De andere bewoners zijn veelal jongere allochtonen van Antilliaanse, Turkse, Surinaamse en Marokkaanse komaf die de buurt vaak als een ‘tussenstation’ zien. Vanuit de Menanderstraat kwamen al jaren veel klachten en overlastmeldingen bij Havensteder binnen. De geselecteerde portieken kenmerkten zich door veel verhuizingen en weinig sociale cohesie. Iets wat ook naar voren kwam bij de voormeting van project Thuisgevoel.
‘We hebben bewust voor deze veel voorkomende flat gekozen,’ zegt Debora Smits, projectleider strategie bij Havensteder en projectleider van de pilot. ‘Zo konden we de pilot bij succes gemakkelijk op andere plekken herhalen. En konden we aan de hand van een controlegroep – identieke flats met identieke problematiek in de nabijgelegen Plautus- en Terentiusstraat – tot methodisch onderbouwde conclusies komen. Ook is er bij dergelijke bouw minder identificatie met het gebouw dan bij een uniek complex.’
Belang van thuisgevoel
Havensteder voerde de pilot samen uit met het Thuismakers Collectief, onderzoekers naar het effect van thuisgevoel op buurten. De afgelopen jaren kwam Thuismakers Collectief door diverse projecten en onderzoeken, en talloze gesprekken met bewoners, tot het inzicht dat mensen die zich thuis voelen zich anders gaan gedragen. Zo blijken ze hun huiskamers sterker naar hun persoonlijke smaak in te richten. En dragen ze niet alleen meer zorg voor hun eigen woning, maar vaak ook voor de directe ruimte daaromheen. Ook worden ze vaker actief in de buurt (lid van bewonerscommissie, vrijwilliger speeltuin of buurthuis) en dragen zo bij aan het algemene welbevinden. Dit doen ze niet omdat ze hiervoor gevraagd worden, maar omdat ze het zelf belangrijk vinden. Thuisgevoel versterkt de sociale cohesie in portiek en buurt.
Om een thuisgevoel te creëren onderscheidt Thuismakers Collectief vier voorwaarden: een plek, een netwerk van mensen, persoonlijke en gezamenlijke routines en tradities, en een gezamenlijke organisatie. Het doen samenvallen van plek en netwerk vereist wel een duwtje in de rug. Er moet een reden ontstaan om ruimten toe te eigenen, te personaliseren. Dit kan een routine of een traditie zijn, bijvoorbeeld elk kwartaal een gezamenlijke schoonmaakactie. Het is hierbij belangrijk dat er een vorm van organisatie is, dat alle betrokken partijen een rol hebben.
Interviews
Smits: ‘We hebben het geplande onderhoud van de portieken (plek) weten te vervroegen en kunnen combineren met de pilot. Vier medewerkers van het Thuismakers Collectief zijn bij het begin van het project in februari 2015 de deuren langsgegaan om diepte-interviews met bewoners af te nemen.’ De bewoners zijn bevraagd over onderwerpen als veiligheid, sociale contacten, cohesie, binding met de buurt en zeggenschap. Mede doordat de interviewers niet vanuit Havensteder zelf kwamen, en er dus geen sprake was van een huurder-verhuurder verhouding, waren mensen erg open over wat er in en om de portiek speelde en was de ‘vangst’ – 90% gesproken, 60% geïnterviewd – boven verwachting. Doel was het opbouwen van een band met de bewoners en ze te verleiden om mee te doen aan een nieuw uiterlijk van de eigen portiek. Daarnaast is bewoners gevraagd om anoniem een online-enquête in te vullen: de voormeting.
Tijdens de portiekontwerpsessies (netwerk en routine) spraken de bewoners gezamenlijk met Thuismakers Collectief over hun portiek. ‘Ze mochten de kleur voor de muren bepalen en kregen daarnaast een klein budget voor iets wat ze graag in het portiek zouden willen. Drie portieken kozen voor een groot meubel met planten. Het bleek van grote waarde voor het thuisgevoel van de bewoners dat ze invloed hadden op de keuzes bij de opknapwerkzaamheden. In december hebben we het project in de portiek met zijn allen feestelijk afgesloten (organisatie). Het budget hiervoor is, op wat vergoedingen voor boodschappen na, onaangeraakt gebleven, omdat de mensen aanboden zelf hapjes en drankjes klaar te maken en voor muziek zorgden.’
Als het om het begrip thuisgevoel gaat, draait het volgens Smits vooral om de betekenis die bewoners hier zelf aan geven: ‘Inzicht krijgen in wat thuisgevoel voor mensen betekent, was een belangrijk doel van het project. We hebben de bewoners dan ook gevraagd te omschrijven wat ze onder thuisgevoel verstaan. De ‘spreuken’ hebben we vervolgens in twee van de vier opgeknapte portieken naast de voordeur aangebracht. Deze tastbare, gepersonaliseerde uiting van het sociale proces helpt om het project te laten beklijven en het effect te verduurzamen.’
Bewoners
Monique van der Meer woont sinds twee jaar in de Homerusbuurt en is onverdeeld blij met haar nieuwe portiek: ‘Vroeger was het er vies en deprimerend en liep ik toch altijd zo snel mogelijk door naar de voordeur. Nu nodigen de frisse, lichtblauwe tinten uit om even te blijven hangen en een praatje te maken. Het voelt heel anders, meer als thuis.’ Haar vriendin Marianne Sleurink, die in hetzelfde portiek woont, knikt instemmend en voegt toe: ‘Sinds de boel is opgeknapt, wordt er ook veel minder gesloopt. We kennen elkaar in de portiek nu allemaal. Tijdens de portiekgesprekken was iedereen er, behalve de Turkse man van één hoog, maar die is altijd aan het werk. Je leert in zo’n gesprek toch de mensen achter de poppetjes kennen.’ Van der Meer vertelt enthousiast over het maken van jam in de portiek, samen met de Thuismakers: ‘We waren met een behoorlijk clubje mensen uit de verschillende portieken. Het was gezellig en we gingen helemaal op in het brouwen van de jam. Aan het einde ging iedereen met zijn eigen potje naar huis.’ Sowieso is het project beide dames goed bevallen: ‘De interviewers namen de tijd en respecteerden ons: ze luisterden écht naar ons. Ook is alles van tevoren helder gecommuniceerd. We kwamen nooit voor verassingen te staan en ze deden geen loze beloften.’
Resultaten
Uit de nameting via, wederom anonieme, online-enquêtes blijkt dat het thuisgevoel in de aangepakte portiek aanzienlijk is toegenomen. Gaf de voormeting in februari aan dat 35% van de bewoners zich thuis voelde in de portiek, bij de nameting in november was dit maar liefst 85%. Bij de controlegroep was dit 45%. Hierbij is rekening gehouden met het effect van het groot onderhoud in de portieken in de controlegroep. Verder zei 31% van de bewoners in de voormeting dat ze het afgelopen jaar meer contact hadden opgebouwd met de buren, tegen 87% (!) bij de nameting. In de controlegroep bleef dit 27%. Ook het gevoel van veiligheid in de portiek (van 50% naar 87%), de wil in de buurt te blijven wonen (van 46% naar 67%) en de actieve houding van bewoners in de buurt (van 8% naar 33%) zijn in de Menanderstraat sterk gestegen. In de controlegroep bleven al deze percentages nagenoeg gelijk aan de voormetingen.
Smits is dan ook zeer te spreken over het pilotproject: ‘Het is één van de twee projecten die me de afgelopen negen jaar het meest voldoening heeft gegeven. Vanwege de prettige samenwerking met de medewerkers van Thuismakers Collectief, die uiterst zorgvuldig en volhardend te werk gingen, en met de verschillende afdelingen binnen Havensteder zelf die de handen ineen hebben geslagen. Vanwege de goede resultaten – we hebben nu meer inzicht in wat thuisgevoel voor bewoners betekent en weten aan welke knoppen we moeten draaien om dit voor hen te versterken – en omdat dit project mijn eigen overtuiging heeft bevestigd. Persoonlijke aandacht maakt het verschil.’
Promotieonderzoek naar thuisgevoel in woongebouwen
Op dit moment werkt Maurice Caniels, klant- en marktonderzoeker bij de strategische staf van Portaal, aan een promotieonderzoek naar thuisgevoel in woongebouwen. Kenmerkend voor een woongebouw, zoals een portieketageflat of een galerijflat, is dat het een verzameling is van privé en semipublieke ruimten. Deze ‘tussenzone’ wordt in de meeste onderzoeken overgeslagen. Caniels stelt zich onder meer de vraag welke invloed de sociale nabijheid (of juist het gebrek daaraan) van bewoners in een woongebouw op het thuisgevoel heeft. Het onderzoek is deze lente gestart. Maurice zal zijn eerste bevindingen, over thuisgevoel vanuit de literatuur, tijdens het congres op 4 oktober in een workshop met ons delen.