Corpovenista vraagt zich af of huidige en toekomstige huurders beter kunnen worden bediend, als de doelgroep van sociale huisvesting in plaats van als één homogene groep, als een verzameling van verschillende doelgroepen wordt bezien.
Woningcorporaties zijn er voor een doelgroep. Wie bij een corporatie terecht kan voor een huurwoning, wordt bepaald door het gezinsinkomen op het moment dat het huurcontract ingaat. Deze systematiek heeft naast voordelen ook nadelen. Bijvoorbeeld: wie snel een woning zoekt, kan niet altijd snel worden geholpen. Wie eenmaal een sociale huurwoning heeft, verhuist niet snel. Doelmatigheid bij de toewijzing van woningen is geen garantie voor doelmatigheid na verloop van tijd. Bovendien beheersen corporaties een groot deel van de Nederlandse woningmarkt. Veel gehoorde kritiek is dat ze daarmee ander aanbod verdringen. Ook verschilt de behoefte aan sociale huurwoningen per woningmarktregio. Aan deze verschillen wordt op dit moment weinig invulling gegeven.
Corpovenista en het Minsterie van Binnenlandse Zaken (BZK) hebben daarom samen een verkenning laten uitvoeren (2015) naar de diversiteit binnen de doelgroep van sociale huisvesting. Inzet was om te komen tot een typologie van deelgroepen, die aansluit bij de maatschappelijke behoeften en relevantie heeft voor het toekomstig woonbeleid. De achterliggende gedachte is dat daarmee huidige en toekomstige huurders beter kunnen worden bediend.
Publicaties
Van doelgroep naar deelgroepen – naar passende arrangementen in de sociale huisvesting, Wouter Rohde, mei 2015